Als je het over kanaries hebt dan dien je onderscheid te maken in:
1. de wilde kanarie (Serinus canaria)
2. de Europese kanarie (Serinus serinus)
3. de gedomesticeerde (tamme) kanarie.
Op deze webpagina wordt in hoofdzaak ingegaan op de gedomesticeerde(tamme) kanarie. Wel worden de Wilde- en de Europese kanarie kort beschreven. In het vervolg van dit artikel wordt de gedomesticeerde kanarie aangeduid als kanarie.
De wilde kanarie komt voor op de Canarische eilanden, Madeira en de Azoren en is ingevoerd op de Bermuda-eilanden. De wilde kanarie werd omstreeks 1478 in Europa ingevoerd.
De lengte van de wilde kanarie bedraagt 12,5 cm. De vogel is hoofdzakelijk geelachtiggroen van kleur. Bij de wangen, hals en nek lijkt op de geelachtiggroene kleur een soort grijsachtige glans te liggen. Op de flanken hebben de vogels enkele bruinzwarte strepen. De stuit is geelgroen. De vleugels en de staart zijn bruinachtig groen met lichtere randen. Het vrouwtje is donker met grijze strepen opzij van de borst. De randen van de vleugels zijn bij het vrouwtje ook lichter als bij de man. De ogen zijn bruin, de snavel en de poten donkergrijs.
De Europese kanarie is iets kleiner dan de wilde kanarie, ca. 11,5 cm. De hoofdkleur is geelachtig bruin met bruinachtige strepen. De rug is overwegend geel, de stuit groenachtig geel. Het vrouwtje is over het geheel matter van kleur dan de man. Zo is de stuit bleker en heeft ze ook meer tekening op de borst en de kop.
De voorgeschiedenis van de hedendaagse tamme kanarie is niet geheel duidelijk. Wat echter wel zeker is dat de hedendaagse kanarie afstamt van de wilde kanarie. Toen de wilde kanarie rond 1478 door de Spanjaarden in Europa werd ingevoerd is hij naar alle waarschijnlijk gekruist met de Europese kanarie en andere inheemse vogels. Eerst vanuit Spanje en later vanuit Italië verbreidde de kanarie zich verder naar het Noorden. In Zuid- en Midden-Duitsland en in Tirol werd hij in grote aantallen gekweekt en al gauw werd de kanarie een gewild handelsproduct. De Tiroler, Neurenberger, Saksische en Harzerkanarie, die reeds rond 1600 als zangkanarie werd gekweekt, zijn namen die nog herinneren aan deze tijd.
Sommige kwekers gingen zich toeleggen op de vorm van de kanarie, anderen legden zich toe op kleur en of tekening. Uiteindelijk ontstond door gerichte kweek, het vastleggen van mutaties en kruisingen met de wilde kanarie en andere vinken de verschillende kleuren en rassen van de hedendaagse kanarie.
Eén van de oudste rassen is de Lizard kanarie, die een geschubde tekening heeft en een heldere vlek, 'cap' genaamd op de kop. Veel rassen zijn genoemd naar de plaats of streek waar ze zijn ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn de Yorkshire kanarie die genoemd is naar het Engelse graafschap en de Border kanarie die in de Border(de grensstreek) tussen Engeland en Schotland is ontstaan. Met name onze eeuw is verantwoordelijk geweest voor het ontstaan van de kleurkanaries. Een voorbeeld daarvan is de roodfactorige kanarie. Deze kanarie is ontstaan uit een kruising met een kapoetsensijs. Om de rode kleur te versterken krijgen de roodfactorige kanaries kleurstimulerende middelen door hun voedsel.
In het algemeen kan gesteld worden dat kanaries gemakkelijke, vriendelijke vogels zijn die onder elkaar alsmede met andere vogelsoorten prima kunnen samenleven. Agressiviteit zul je bij kanaries niet snel tegenkomen of het moeten al mannen zijn die in de broedtijd ruziën om een popje.
Waar kan men aan zien of men praat over een man of pop(vrouwtje). Het verschil in sekse is bij de niet mozaiëk kanaries moeilijker te zien. Bij de mozaiëk kanaries kun je de mannen duidelijk herkennen aan het dragen van een masker, deze bij poppen niet of nauwelijks aanwezig is. Bij vetstof geel en of rode kanaries lijken de mannen en poppen op elkaar en is er dus zo op eerste gezicht niet te zien wat het is. Maar er zijn natuurlijk wel foefjes voor om toch het geslacht te bepalen.
Zodra de kanaries in broedstemming zijn kun je aan het geslacht het beste zien wat het is. Wanneer je de kanarie in de hand legt met de rug in je handpalm, blaas je de veren rond het geslachtsdeel omhoog(richting de kop) zodat je op het geslachtdeel kijkt. Zie je dat het recht omhoog staat, dan spreken we van een man, zie je dat het meer naar achteren wijst en vaak zijn poppen in broedstemming ook nogeens kaal op de buik, dan spreken we over een pop.
Ben je al wat beter thuis in de kanaries, dan zijn er nog wel wat andere manieren waaraan je het geslacht kunt herkennen. Bijvoorbeeld, staat de man vaak hoger op zijn poten dan de pop, deze zit vaak wat ingezakter op een stok. Kijkend naar de oog snavelstand, dan staat het oog van de man hoger in de kop(boven de snavellijn) dan bij de pop(oog op de snavellijn).
Nog een manier om het geslacht te bepalen is het pendelen. Pendelen is een touwtje met daaraan en kleine verzwaring(bv een m3 moertje). Houdt de kanarie weer in de hand met de rug in je handpalm, hang daarna het pendeltje boven het geslachtdeel en houdt het stil. Kort hierop begint het pendeltje te bewegen. Gaat het cirkels draaien dan spreken we over een pop, gaat het recht op en neer(van snavel naar staart), dan spreken we van een man. Dit kan het beste gedaan worden bij volwassen of jong volwassen kanaries zodra de jeugdrui achter de rug is en de kanaries strak in de veren zitten.
Natuurlijk heb je 100% zekerheid wanneer een kanarie voluit aan het fluiten gaat, dit doen alleen de mannen. Poppen kunnen fluiten maar dit gebeurd zelden en als het gebeurd dan zal dit nooit uit volle borst zijn, zoals bij de mannen wel het geval is.
Als je 'serieus' wilt kweken met kanaries en met de vogels naar de tentoonstelling wil gaan, verdient de kweek in kweekkooien de voorkeur. Wil je kwaliteit kweken en wil je zekerheid over de afstamming van jouw vogels, dan is er maar één weg, die naar dit doel kan voeren, namelijk broeden met één paartje per kooi! Dit is en blijft de beste manier om tot goede resultaten te komen. Een geschikte kweekkooi voor een koppel is 40x40x40 cm. Er is natuurlijk niets op tegen om de kweekkooi groter te maken. Kleiner is echter af te raden.
Veel kwekers plaatsen hun kweekkooien in reeksen met zijpanelen die verwijderd kunnen worden. Het voordeel hiervan is dat ze ook voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld als vlucht of om (jonge) vogels voor te bereiden op tentoonstellingen. De zijpanelen kunnen o.a. gemaakt zijn van multiplex, hardboard, glas of perspex. Beide laatste materialen hebben het voordeel dat ze het licht in de kweekkooi beter doorlaten. Als voorzijde kan het beste gekozen worden voor een metalen voorfront, dat in vrijwel alle gewenste maten verkrijgbaar is.
Veel kweekkooien zijn voorzien van schuifladen. Als er schelpenzand gebruikt wordt heeft dit het nadeel dat het tussen de schuifladen en de bodem kan gaan vastzitten. Het is beter om beukensnippers te gebruiken.
In de kweekkooi brengen we verder nog 2 zitstokken aan.
Indien de vogels gehouden worden zonder er gericht mee te kweken is huisvesting in een kooi in de woonkamer, kamervolière en buitenvolière ook prima mogelijk.
De voeding dient te bestaan uit een zaadmengeling voor kanaries. Daarnaast is het belangrijk dat de vogels de beschikking hebben over eivoer (met name in de kweekperiode), onkruidzaden en 'verse' onkruiden zoals vogelmuur. Verder kan appel, sla (niet teveel, per vogel een stukje sla van ca. 3 cm. doorsnee) alsmede andere soorten fruit en groente gegeven worden. Grit en maagkiezel mogen in 'het voedselpakket' van de kanarie nooit ontbreken.
De kweek
Kanaries broeden bij voorkeur in een open nestgelegenheid, zoals het Faunanestkastje, het plastic tralienestkastje of in één van de verschillende open nestje zoals het Draadnest groot gelakt 12 cm Ø.
Voor het bouwen van het nest kun je verschillene soorten nestmateriaal ter beschikking stellen. Een veel gebruikte soort is bv sharpie. Het popje legt elke dag 1 ei tot een totaal van 4-6 eitjes. De eitjes zijn lichtgroen met donkere spikkeltjes en worden 13 tot 14 dagen door het popje bebroed. Als er eenmaal jongen zijn dan is het erg belangrijk dat er voldoende eivoer aanwezig is. In eivoer zitten namelijk dierlijke eiwitten die van levensbelang zijn voor de jongen. Op een leeftijd van ca. 14 dagen vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog enkele weken door de ouders in afnemende mate gevoerd.
Eén kweekstel dient niet meer dan 2 à 3 legsel per jaar groot te brengen.
Het mag bekend zijn dat alle (mannelijke) kanaries goed kunnen zingen. Toch zijn het vooral de mannen uit de groep van zangkanaries die hier speciaal op gefokt zijn. Met uitzondering van de American Singer die ook op type wordt beoordeeld, is het uiterlijk van zangkanaries niet zo belangrijk.
Bij de zangkanaries onderscheiden we:
De meest gehouden kanaries zijn ongetwijfeld de kleurkanaries. Gemiddeld hebben de vogels uit deze groep een lengte van 14 cm. Naast de kleur is ook het type erg belangrijk. Inmiddels zijn er door selectie en mutaties talrijke kleuren en kleurcombinaties ontstaan. Tegenwoordig zijn er bijna 400 officiële kleurslagen erkend.Het voert hier te ver om alle kleurslagen te behandelen.
Bij de kleurkanaries worden twee hoofdgroepen onderscheiden, te weten:
De gepigmenteerde kleurkanaries (met bruin en zwart pigment in de veren)
De vetstofkleur (ongepigmenteerde) kanaries.
Over houdingskanaries wordt heel verschillend gedacht door de vogelliefhebbers. Hun specifieke lichaamshouding spreekt lang niet iedereen aan.De lichaamshouding die deze kanaries tonen is voor een deel aangeboren en voor een deel aangeleerd. De grootste houdingskanaries zijn de Belgische Bossu en de Scotch Fancy, die allebei ongeveer 17 cm. groot zijn. De kleinste is de Japan Hoso die niet groter is dan 11,5 cm.
Bij de houdingskanaries onderscheiden we:
Vormrassen zijn bij kanariekwekers erg geliefd. Op veel tentoonstellingen zijn ze dan ook te bewonderen. De grootste vormkanarie is de Yorkshire, die minimaal 17 cm. groot moet zijn. De kleinste zijn de Spaanse dwergkanarie en de Fife Fancy, die beide ongeveer 11 cm. meten.
Bij de vormkanarierassen onderscheiden we:
Evenals de houdingskanaries zijn ook de krulbevederde kanaries niet bij eenieder even geliefd. De oorzaak hiervan is hun over het algemeen dun bevederde lichaam en afwijkende houding. Wel zijn het kanaries die op de tentoonstelling veel aandacht trekken. De Parijse frisé en de Italiaanse frisé zijn hier de grootsten met respectievelijk 21-22 cm. De meeste frisékanaries meten ongeveer 17-18 cm.
Bij de Frisékanaries kennen we:
Bij het kweken met gekuifde kanaries stuit je op het fenomeen 'lethale factor', hetgeen 'dodelijke factor' betekent.Bij het kruisen van twee kuifkanaries sterft ongeveer 25% van het nageslacht in het ei. Dit betekent dan dat er altijd een kuifloze (gladkop-) vorm is. Wordt een kuif met een gladkop gepaard dan, treedt er geen vroegtijdige sterfte op. Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen een kuif bezitten.
Bij de gekuifde rassen onderscheiden we:
Copyright © All Rights Reserved De volièrevogel And sponsort by: www.webshop-devolierevogel.nl
Contact: Johan Molenschot, Akkerstraat 126, 5025 MN Tilburg, Nederland, Tel:+31(0)613911974, devolierevogel@gmail.com
Updatet: 23-11-2024